Methode Kaldenbach: training bewoners

De training is ontwikkeld door Hans Kaldenbach. Het doel is om buurtbewoners beter leren om te gaan met overlast en om de overlast te verminderen. De vergroting van de weerbaarheid van de buurtbewoners staat centraal. Buurtbewoners krijgen handvatten om de jongeren aan te spreken en het uit de hand lopen van situaties te voorkomen.

Het bijzondere van deze aanpak is dat de training specifiek gericht is op bewoners. Ze leren hoe zij in bepaalde situaties kunnen handelen, wanneer ze geconfronteerd worden met overlast. Met behulp van een acteur oefenen ze situaties die kunnen voorkomen.

Tijdens de training worden situaties gespeeld en nabesproken die ook op straat voorkomen. Er wordt gebruik gemaakt van een professionele acteur. De tips die tijdens de training aan de orde komen, zijn ook in boekvorm verschenen: ‘Hangjongeren, 99 tips voor buurtbewoners en voorbijgangers’. Na afloop van de training ontvangen deelnemers dit boek.

De training is gebaseerd op het principe dat burgers geneigd zijn om op straatoverlast te reageren met vechten (woede, boos worden, verwijten), vluchten of verstijven. In de praktijk kan veel relatiewinst behaald worden door te zoeken naar verbinding, de 4e ‘v’. Het idee is om te kiezen voor ‘judo’ in plaats van voor ‘karate’. Dat betekent bijvoorbeeld het leggen van contact of het maken van een praatje, juist als er nog niets aan de hand is. Daarbij geldt: eerst groeten voordat je iemand aanspreekt.

De training richt zich op buurtbewoners. Maar ook wijkagenten, jongerenwerkers en buurtpreventiemedewerkers kunnen aansluiten tijdens de training.

Voor deze training zijn vereist:

• De trainer (iemand die de straatcultuur kent)
• Een professionele acteur
• Een locatie.

De effectiviteit van de aanpak is nog nooit onderzocht. De evaluaties zijn anekdotisch, volgens de eigenaar voor het grootste deel positief.