Radicalisering: wie doet wat?

In de aanpak van radicalisering kunnen verschillende partijen betrokken zijn of worden. Hieronder een overzicht van deze partners en hun taken.

De gemeente aan zet

De gemeenten hebben in Nederland als regiehouder een cruciale rol in de aanpak van radicalisering. Samen met politie, jongerenwerk, scholen en andere ketenpartners heeft zij de taak actief te signaleren en in te grijpen als jongeren radicaliseren. In de meeste aanpakken staat een combinatie van preventie, repressie en nazorg centraal.

Gemeenten hebben de taak radicalisering te voorkomen. Dit doen ze door de voedingsbodem voor radicalisering weg te nemen en de weerbaarheid van jongeren te vergroten. De voedingsbodem wegnemen gebeurt zoveel mogelijk via het bestaande gemeentelijke beleid: aanpak jeugdwerkloosheid, voortijdig schoolverlaten, wijkenaanpak en anti-discriminatiebeleid. Vroegsignalering en het weerbaar maken van jongeren gebeurt ook via bestaande netwerken zoals het Centrum Jeugd en Gezin, sociale wijkteams en jongerenwerk.

De gemeente is naast het zoveel mogelijk wegnemen van de voedingsbodem voor radicalisering, verantwoordelijk voor:

  • Het signaleren en de persoonsgerichte aanpak via het signalerings- en casusoverleg met ketenpartners. De tool ‘werkwijze informatie delen bij mogelijke radicalisering’ van Platform JEP is een handig hulpmiddel.
  • Re-integratie en nazorg aan terugkeerders of jongeren die strafbare feiten rondom extremisme hebben gepleegd.

In de handreiking Van polarisatie naar verbinding in buurten van de VNG (2019) staat een stappenplan voor een goede analyse van het probleem en de juiste interventies. Ook wordt een groot aantal praktijkvoorbeelden beschreven.

Ouders

Ouders hebben invloed op de manier waarop kinderen omgaan met uitsluiting en discriminatie. Zij kunnen ook signalen van radicalisering bij hun kind herkennen en daar actie op ondernemen. Uit onderzoek (2018) blijkt dat het helpt als ouders bewust zijn van processen van radicalisering. Denk bijvoorbeeld aan alle zaken die jongeren op social media voorbij zien komen. Als ouders in gesprek gaan met hun kinderen over ingewikkelde onderwerpen als extremisme, discriminatie en onrecht, weten jongeren dat er naar ze geluisterd wordt. Zo kunnen jongeren hun frustraties uiten en ouders een tegengeluid laten horen als dat nodig is. Kijk ook eens naar de publicatie Ouders ondersteunen bij weerbaar opvoeden van KIS (2018).

Onderwijs

School is de plek waar leerlingen elkaars achtergrond leren kennen en begrijpen, waardoor ze kunnen opgroeien tot verantwoordelijke burgers. Scholen hebben een rol bij het signaleren dat een jongere zich begint af te keren van de samenleving. Daarnaast is het goed om je in het onderwijs bewust te zijn niet te polariserend te zijn. Lees hier meer over in het infoblad signaleren van radicalisering binnen het onderwijs.

OCW biedt scholen voor de aanpak van radicalisering directe ondersteuning op locatie via deskundigen van de Stichting School en Veiligheid.

Sociaal werk en jongerenwerk

In de Kamerbrief preventieve maatregelen zijn weerbare jongeren én professionals onmisbaar. Sociaal werk en jongerenwerkers hebben daarin een belangrijke rol. Een jongerenwerker vangt signalen op van jongeren die zich buitengesloten voelen en bijvoorbeeld geen stageplaats kunnen vinden. Hij is een coach en een vertrouwenspersoon voor jongeren in hun eigen leefomgeving. Jongerenwerkers spelen dan ook een belangrijke rol bij het in gesprek gaan met jongeren over gevoelens van sociale uitsluiting en hoe daar op een niet gewelddadige manier mee om te gaan.

Sociaal werkers ondersteunen diverse groepen die moeite hebben hun weg te vinden in de samenleving. Ze werken in de haarvaten van de buurten en zien ook de signalen van ouders wanneer hun kinderen afglijden naar radicalisering. Sociaal werkers rafelen de hulpvragen uiteen en ondersteunen waar mogelijk.

Op de website van Sociaal Werk Nederland en het Nederlands Jeugdinstituut vind je veel informatie en is een aantal praktijkvoorbeelden opgenomen. Bekijk ook de handige tool triggerfactoren op de website socialestabiliteit.nl waar per beroepsgroep triggerfactoren zijn opgenomen en wat je het beste kunt doen als professional. 

Politie

De politie heeft verschillende taken bij het tegengaan van radicalisering. Bijvoorbeeld bij het signaleren, verzamelen en duiden van informatie. Of optreden bij strafbare feiten. De politie deelt haar informatie in het (lokaal) casusoverleg met betrokken partijen en met de Regionale Inlichtingen Dienst (RID).

Op lokaal niveau speelt de wijkagent een belangrijke rol. Niet alleen bij vroegsignalering, maar ook ten aanzien van teruggekeerde jihadisten.

Henk Wijkstra is agent in Zeeland en gespecialiseerd in radicalisering. Bekijk een interview met hem op omroepzeeland.nl. Hierin vertelt hij hoe belangrijk het is om te voorkomen dat een jongere te snel het stempel ‘radicaliserend’ krijgt. 

Jeugdhulpverlening

Jeugdhulpverleners ondersteunen jongeren bij hun zoektocht naar hun plek in de maatschappij en maken hen weerbaar. Ook zij kunnen radicalisering bespreken met ouders. Meer informatie over de bijdrage die zij kunnen bieden staat op de website van het Kennisplatform Integratie & Samenleving.

Raad voor de Kinderbescherming

De Raad voor de Kinderbescherming doet op verzoek onderzoek bij een vermoeden van een ernstig bedreigende ontwikkeling van een minderjarige. De Raad wordt ingeschakeld als er sprake is van jongeren die radicaliseren, anderen werven om af te reizen om te strijden of de strijders te dienen. Maar ook wanneer ouders met minderjarige kinderen een partner achterna willen reizen of als compleet gezin willen uitreizen, en ook bij terugkerende Syriëgangers wordt de Raad ingeseind.

Zorg- en Veiligheidshuis

Het Zorg- en Veiligheidshuis is een netwerkorganisatie dat complexe casuïstiek integraal aanpakt. Deze structuur leent zich ook voor de aanpak van geradicaliseerde jongeren. Samen met de gemeenten zorgen ze voor een goede samenwerking in de aanpak van radicalisering en (gewelddadig) extremisme. De aanpak binnen het Zorg- en Veiligheidshuis bestaat in het algemeen uit:

  • Duiden van de casus.
  • Versterking van de ketensamenwerking en gecoördineerde gemeenschappelijke aanpak.
  • Samen met ketenpartners bepalen welke interventies worden ingezet.
  • Monitoren en evalueren van de aanpak.

Naast deze uitvoerende taken is het Zorg- en Veiligheidshuis ook een regionaal expertise centrum voor het onderwerp radicalisering.

Radicalisering: wie doet wat?