Communities that Care in Nederland
Communities that Care (CtC) is een wijkgerichte methode om probleemgedrag door jongeren aan te pakken. Deze rapportage van het Verwey-Jonker Instituut beschrijft de resultaten van een vierjarige onderzoek naar de impact van Communities that Care.
Communities that Care
CtC wil het probleemgedrag verminderen en een veilige, constructieve leefomgeving scheppen. Het wil het gebruik van effectieve preventieprogramma’s in steden en wijken stimuleren en het wil de inzichten in resultaten zichtbaar maken. De methode werkt met risico- en beschermende factoren die aan probleemgedrag ten grondslag liggen. Preventief ingrijpen wordt daardoor mogelijk. CtC werkt met een uitgewerkt implementatieplan dat vertelt wat, wanneer moet gebeuren om samenwerking tussen partijen te versterken en gericht werken mogelijk te maken.
Beschrijving
Aan het onderzoek namen professionals, beleidsmedewerkers en 5600 jongeren uit experimentele en controlewijken van vijf Nederlandse gemeenten deel. De hoofdvragen waren (1) wat zijn de uiteindelijke effecten van CtC op het gedrag van jongeren en (2) welke veranderingen brengt het programma teweeg in de werkwijze van gemeentebesturen en professionals in steden en wijken.
Conclusies
Uit het onderzoek blijkt dat de CtC-systematiek er in Nederland niet in slaagt om het gedrag van jongeren te beïnvloeden. Gedragsverandering bij jongeren door preventieve interventies is een kwestie van lange adem. Er zijn wel duidelijke resultaten in de samenwerking tussen stedelijke partijen en hun werkwijze. In antwoord op vraag 2 laat het onderzoek laat zien dat CtC vooral een strategisch sturingsinstrument is. Dat blijkt uit onder meer de volgende bevindingen:
- CtC draagt ertoe bij dat instellingen uit meerdere sectoren die zich met preventie bezighouden, effectief en efficiënt samenwerken.
- CtC instrumenteert een nauwkeurige probleemanalyse.
- CtC bevordert de samenwerking en geeft concreet richting aan een preventieve aanpak.
Aanbevelingen
De onderzoekers formuleren de volgende aanbevelingen voor de praktijk van preventief werken:
- Preventief jeugdbeleid moet gebaseerd zijn op bestaande en feitelijke gegevens over de problemen van jongeren en de sociale determinanten die daaraan ten grondslag liggen, zoals bijvoorbeeld CtC doet.
- Betrek ook sociaaldemografische achtergronden van kinderen en jongeren bij preventie: hun omgeving (gezin, school andere kinderen en jongeren en de wijk), hun ontwikkeling (over langere tijd) en de onderliggende risico en beschermende factoren.
- In tijden waar een gemeente slechts beperkte middelen kan inzetten, biedt CtC de mogelijkheid om prioriteiten te leggen bij die kinderen en jongeren die preventie het meest nodig hebben. CtC helpt ook om daar in een vroeg stadium op te interveniëren.
- Een van de moeilijkste zaken in Nederland is het komen tot een geïntegreerd aanbod waarbij men evalueert of deze geïntegreerde aanpak ook het beste is voor de problemen die er spelen. Werk, zoals in de CtCpreventieplannen, met toetsbare resultaatafspraken. Stuur daarmee instellingen aan op basis van duidelijke en meetbare resultaten. De scholierenenquête biedt de mogelijkheid om te toetsen of de aanpak daadwerkelijk werkt.
- Monitor het bereik van de interventies. Waar zijn de programma’s precies op gericht, hoeveel jongeren worden bereikt en hoeveel nemen ze deel aan de programma’s die in de gemeenten worden aangeboden?
Auteurs
Majone Steketee, Harrie Jonkman, Jodi Mak, Claire Aussems, Astrid Huygen en Wouter Roeleveld.
Organisatie
Verwey-Jonker Instituut.
ISBN
978-90-5830-528-2