Direct naar content

Dit onderzoek betreft een evaluatie van het werkproces zoals toegepast bij 12-min delictplegers. De onderzoekers gingen na op welke wijze het werkproces wordt uitgevoerd? En, in hoeverre ditovereen komt dan wel wijkt dit af van het landelijk voorgeschreven format.

Dit onderzoek betreft een evaluatie van het werkproces zoals toegepast bij 12-min delictplegers. De onderzoekers gingen na op welke wijze het werkproces wordt uitgevoerd? En in hoeverre dit overeen komt dan wel afwijkt van het landelijk voorgeschreven format.

Beschrijving

Het werkproces ‘Vroegsignaleren en doorverwijzen 12-min delictplegers’ is in 2010 ingevoerd. Dit proces sluit aan bij het reeds eerder door de politie ingevoerde algemene werkproces rond vroegsignalering van risicokinderen.

Het formele werkproces houdt in dat de politie 12-min delictplegers in principe doorstuurt naar Bureau Jeugdzorg. Medewerkers van Bureau Jeugdzorg beoordelen vervolgens de zorgmeldingen en organiseren passende hulpverlening indien het gaat om geïndiceerde jeugdzorg (vrijwillige hulpverlening) en/of (gedwongen) jeugdbescherming.

Conclusies

Het werkproces ‘Vroegsignaleren en doorverwijzen 12-min delictplegers’ volgt in de onderzoeksregio’s in grote lijnen het landelijk kader, maar er is wel sprake van lokale inkleuring. Het belangrijkste verschil in het werkproces wordt gevormd door het samensmelten van politie en Bureau Jeugdzorg in een Jeugd Preventie Team, of welke naam aan een dergelijke eenheid wordt gegeven, versus het model van twee gescheiden organisaties.

Het idee dat de politie signaleert en dat Jeugdzorg oordeelt over de vraag naar zorg, blijkt in praktijk anders te liggen. De politie stuurt lang niet alle delictplegers onder de twaalf jaar door naar Jeugdzorg. In de door ons onderzochte regio’s wordt gemiddeld de helft van de geregistreerde 12-min delictplegers die mogelijk voor een zorgmelding in aanmerking komen, doorgemeld naar Bureau Jeugdzorg. Verbalisanten maken een afweging tussen het geven van een reprimande of het opmaken van een zorgformulier.

Ook de veronderstelling dat zorgmeldingen van de politie in meerderheid aanleiding zijn tot geïndiceerde zorg – een van de redenen waarom Jeugdzorg de loketfunctie is toebedeeld – blijkt in praktijk genuanceerder te liggen; weliswaar wordt in tachtig procent van de meldingen doorverwezen naar een zorginstantie, maar deze betreffen voor de helft eerstelijnszorg en voor de andere helft – geïndiceerde – tweedelijnszorg.

Twee derde van de meldingen rond 12-min delictplegers heeft betrekking op kinderen die nog niet bekend zijn bij de Bureaus Jeugdzorg. Het werkproces levert daarmee dus een belangrijke bijdrage aan het in beeld brengen van kinderen met een (potentiële) zorgbehoefte.

Auteurs

P. Kruize en P. Gruter.

Organisatie

Ateno Bureau voor criminaliteitsanalyse, WODC.

ISBN

978-94-91534-04-1

Kattenkwaad, of misdaad in het verschiet?

Naar publicatie

Neem contact met ons op

"*" geeft vereiste velden aan