Afgelopen week vond in Rotterdam vrijwel elke dag een explosie plaats. Dit jaar waren er al 49 explosies, net zoveel als in heel 2022. De betrokkenheid van jonge jongens is zorgelijk, vindt criminoloog Henk Ferwerda, die onderzoek doet naar jeugdcriminaliteit.
De politie heeft weinig zicht op deze jonge criminelen: ze zijn te groot voor de wijkagent, en te klein voor de recherche. De politie moet criminele netwerken beter in beeld krijgen om te voorkomen dat kinderen uitgroeien tot professionele criminelen, vindt Ferwerda.
Ferwerda: “Grote criminelen gaan niet zelf handgranaten aan de deur hangen bij hun rivalen. Ze ronselen daar ‘soldaten’ voor: jonge mannen uit hun netwerk die ze vertrouwen. De kinderen van 14 en 15 die deze week gearresteerd werden, zijn wel erg jong, dat is erg zorgelijk. Meestal zijn dat jongens tussen de 16 en 23 jaar oud. Kennelijk zitten deze kinderen al in criminele netwerken, anders worden ze niet voor zo’n opdracht gevraagd. Dat baart zorgen voor de toekomst, want jongeren die dit soort opdrachten uitvoeren, kunnen snel groeien in de hiërarchie en uitgroeien tot professionele criminelen.”
De crimininloog spreekt van een rare paradox. “De jeugdcriminaliteit is de afgelopen 10 jaar gehalveerd, maar tegelijkertijd zien we dat de criminaliteit onder jongeren wel verhardt. Volgens hem zijn jongeren zoals van de explosies in Rotterdam nu te onzichtbaar voor de politie. “De politie zou meer onderzoek moeten doen naar criminele netwerken en de positie van jongeren daarin. Kijk niet alleen naar de grote namen, maar ook naar de jongeren die voor hen werken, om te voorkomen dat zij uitgroeien tot grote criminelen.”
Bron: NRC – Criminoloog over Rotterdamse explosies: Kijk vooral naar de ‘onzichtbare’ jongeren
Nieuws
Nieuws
Nieuws