Kaart om signalen te herkennen van jongere die neigt naar messengeweld
Om een beeld te krijgen welke vroege signalen erop wijzen welke jongeren neiging hebben om messengeweld te ontwikkelen, is een kaart gemaakt. Deze kaart staat in het afstudeeronderzoek van Isa Dam.
Op de kaart staan signalen op basis van 4 verschillende thema’s:
- redenen voor messenbezit en messengebruik
- signalen omtrent persoonlijke kenmerken van de jongere
- signalen omtrent gedrag en interesses van de jongere
- signalen omtrent de thuissituatie.
Bij de totstandkoming van de signalementenkaart zijn 7 diepte-interviews uitgevoerd met professionals die betrokken zijn bij het onderwerp messengeweld. Hieruit kwam naar voren dat een aantal vroegtijdige signalen telkens terugkomen. Wat betreft de persoonlijke eigenschappen van de jongere, zijn vroegtijdige signalen een licht verstandelijke beperking en een laag opleidingsniveau.
Schoolverzuim
Qua gedrag en interesses van de jongere is in veel gevallen sprake van veel schoolverzuim of zelfs schooluitval. Daarnaast hebben deze jongeren vaak geen zichtbare dagbesteding, waardoor ze op straat gaan hangen. Hier kunnen criminele activiteiten van de jongeren ook starten. Ook wordt drillrap gezien als signaal, maar hierover blijken de meningen verdeeld. Jongeren lijken ook vaak interesse te hebben in het snel geld verdienen.
Eenoudergezinnen
Het derde thema is de thuissituatie van de jongeren. Wat hierbij opvalt, is dat deze jongeren vaak opgroeien in eenoudergezinnen, waarbij de vader in veel gevallen niet in beeld is. Ook wordt armoede gezien als een signaal voor het ontstaan messengeweld bij jongeren. Rondom de woonsituatie van de jongere, blijkt dat jongeren vaak uit achterstandswijken komen
Naast de verschillende thema’s, zijn uit de interviews motieven voor het dragen van een wapen onder jongeren naar voren gekomen. Verondersteld wordt dat de voornaamste motieven om een mes te dragen voortkomen uit een onveiligheidsgevoel, het idee dat iedereen een mes draagt, een verhoging van status en het horen bij een bepaalde groep.
Communicatie
De tweede onderzoeksvraag die is beantwoord is: “Op welke manier zijn de politie, Veilig Thuis, scholen, leerplicht en jongerenwerkers betrokken bij het herkennen van de vroeg waarneembare signalen en welke instantie is primair verantwoordelijk voor het herkennen van deze signalen?”
Hieruit is gebleken dat scholen worden gezien als belangrijkste signaleerder, maar dat de politie, leerplichtambtenaren, jongerenwerkers en Veilig Thuis ook een rol spelen in het vroeg signaleren van mogelijke problemen.
Daarnaast blijkt dat er grote verschillen zijn tussen de signalen die de instanties herkennen. Dit is opmerkelijk en daarom is communicatie tussen instanties belangrijk om een totaalbeeld te krijgen van alle signalen rondom een jongere die neigt naar messengeweld.
Bron: hbo-kennisbank.nl