Uit nieuw onderzoek van Politie & Wetenschap blijkt dat jongeren steeds vaker sociale media gebruiken bij geweld op straat. Ze filmen bijvoorbeeld hoe ze iemand in elkaar slaan. Deze filmpjes delen ze daarna online met anderen.
Uit het onderzoek blijkt dat het filmen van een vernedering en/of mishandeling vaak voorkomt, waarbij de beelden vervolgens verspreid worden. Slachtoffers moeten hierbij spijt betuigen aan de dader(s). Of slachtoffers worden afgeperst door te dreigen de beelden van een gefilmde vernedering of mishandeling te verspreiden. Een gefilmde mishandeling kan daarnaast het gevolg zijn van het niet betalen van een opgelegde ‘boete’ die het slachtoffer is opgelegd door andere jongeren. Ook kunnen dader- en slachtofferschap overgedragen worden, waardoor niet telkens sprake is van dezelfde betrokkenen.
De online berichten worden vaak geplaatst in afgeschermde omgevingen van verschillende sociale media platforms, die niet voor iedereen zichtbaar zijn. Het geweld speelt zich doorgaans af buiten het blikveld van politie, andere overheden en ouders of verzorgers. Jongeren zijn bang om te ‘snitchen’ en de politie ontvangt heel weinig aangiften van slachtoffers.
De onderzoekers zeggen dat er beter moet worden samengewerkt om dit probleem aan te pakken. De politie, gemeenten, scholen en jongerenwerkers moeten volgens hen signalen van geweld sneller met elkaar delen. Soms helpt het ook om daders en slachtoffers met elkaar te laten praten, in plaats van meteen naar de rechter te stappen.
Nieuws
Nieuws
Nieuws