Direct naar content

‘Jonger dan 12 of 12-minner?’ is een onderzoek naar de lokale aanpak van 12-minners. Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) onderzocht hiervoor in drie middelgrote gemeenten wat men op lokaal niveau gezamenlijk onderneemt om te voorkomen dat kinderen onder de twaalf crimineel gedrag ontwikkelen. De onderzochte gemeenten treden voortvarend op, maar er zijn toch ook verbeterpunten.

Probleemstelling

Hoewel de jeugdcriminaliteit sinds 2008 daalt, komen jaarlijks nog steeds tienduizenden kinderen/jongeren in aanraking met politie en justitie. Naast schade voor henzelf en voor de samenleving vormt dit voor deze jeugdigen soms ook de opmaat tot crimineel gedrag.

In het convenant van 1 januari 2010 tussen Politie Nederland en Jeugdzorg Nederland is vastgelegd, dat kinderen onder de twaalf jaar die in aanraking komen met de politie worden behandeld als zorgkinderen. De politie doet dan een zorgmelding bij bureau jeugdzorg, waar men beziet welke hulp noodzakelijk is. Deze aanpak is mogelijk door nauwe samenwerking tussen organisaties op het gebied van jeugd en veiligheid, beide terreinen waarop de gemeente de regie heeft.

Naast een voortvarende aanpak van jonge delictplegers is het ook van belang dat risicofactoren en risicogedrag vroeg gesignaleerd worden. Uit onderzoek naar delinquent gedrag bij 12-minners blijkt dat deze kinderen vaak slachtoffer zijn van huiselijk geweld en dat 60 procent ADHD en/of een gedragsstoornis heeft. Vaak zijn er problemen op school en thuis, zoals werkloosheid, schulden en/of psychische problemen bij de ouders.

Een ander punt is ernstig normoverschrijdend gedrag, zoals overlast, vernielingen, agressie, pesten, schoolverzuim en gebruik van alcohol en drugs. Dit gedrag verhoogt het risico op mogelijk toekomstig crimineel gedrag.

Beschrijving

STJ onderzocht in Diemen, Leiderdorp en Nijkerk wat gemeenten en instellingen gezamenlijk ondernemen om te voorkomen dat kinderen onder de twaalf crimineel gedrag ontwikkelen. De drie gemeenten werden geselecteerd, omdat zij deelnamen aan een pilot van ‘ProKid’ (een methodiek voor vroegsignalering van recidive-risico’s) en relatief hoog scoorden op de factor ‘jeugdcriminaliteit’.

Conclusies en aanbevelingen

  • Risicofactoren op het ontwikkelen van crimineel gedrag zijn nog onvoldoende bekend bij professionals op de verschillende terreinen. De signalen en informatie worden nog onvoldoende met elkaar gedeeld en het maken van een gezamenlijk plan en een integrale aanpak zijn nog geen gemeengoed.
  • Alle partijen die met en voor kinderen werken (zoals de jeugdgezondheidszorg, GGD, algemeen maatschappelijk werk, Centrum voor Jeugd en Gezin, onderwijs, voor en vroegschoolse educatie, buitenschoolse opvang, leerplichtambtenaar, politie, jongerenwerk, sportclubs, schuldsanering, etc.) dienen kennis te hebben van de risicofactoren die kunnen leiden tot crimineel gedrag.
  • Signalen dienen gedeeld te worden en bijeengebracht, zodat een zo volledig mogelijk beeld ontstaat van de eventuele risico’s. Dit kan gebeuren in het overleg binnen de samenwerkingsverbanden, maar met name ook via het beter en breder gebruik maken van de Verwijsindex Risicojongeren. Daarnaast is van belang dat de methodiek ‘ProKid’ landelijk wordt gebruikt.
  • De verschillende decentralisaties die op stapel staan bieden gemeenten, organisaties en professionals kansen en aanknopingspunten om de risico’s op het ontwikkelen van crimineel gedrag door jeugdigen vroeg te signaleren, die informatie met elkaar te delen en de (bredere) problemen in samenhang integraal aan te pakken in de lijn van ‘Eén Gezin, één Plan, één Regisseur.’

Organisatie

Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ).

Jonger dan 12 of 12minner?

Naar publicatie

Neem contact met ons op

"*" geeft vereiste velden aan