LVB in de strafrechtketen procesevaluatie
De procesevaluatie geeft inzicht in de mate waarin de strafrechtketen activiteiten heeft uitgevoerd om aandacht voor mensen met een LVB in het reguliere werk in te bedden. Een conclusie is om vooral te blijven inzetten op bewustwording en de herkenning van LVB.
Het WODC heeft een procesevaluatie uitgevoerd naar de omgang met mensen met een LVB in de strafrechtketen. De onderzoekers beantwoorden de vragen gekoppeld aan de deelthema’s: bewustwording, signalering, communicatie en interventie. Ook geven zij de ervaring van mensen met een LVB weer.
Conclusies
De belangrijkste uitkomsten zijn:
De meeste organisaties hebben trainingen en factsheets ontwikkeld over het herkennen van en communicatie met een LVB. Professionals zijn nog niet in grote mate bekend ermee en de materialen worden nog niet structureel gebuikt.
Als het gaat om signaleren, blijkt dat bij Halt, 3RO, de RvdK en DJI de SCIL als screeningsinstrument wordt ingezet om een persoon met LVB te signaleren. Hoewel wordt ingezet op het gebruik van de SCIL, gebeurt dit op dit moment in de praktijk maar in een klein deel van de gevallen.
De informatie uit het sociaal verhoor bij de politie en de contextinformatie die partners bezitten zijn belangrijke bronnen om een LVB te herkennen. Het belang van het doorvragen in het sociaal verhoor staat bij politiemedewerkers nog niet voldoende op het netvlies.
Het delen van (context)informatie tussen ketenpartners binnen de strafrechtsketen verloopt over het algemeen goed, in het bijzonder op ZSM. Knelpunten in het delen van informatie zijn er wel met ketenpartners buiten de strafrechtketen (sociaaldomein en zorginstellingen).
Voor het thema communicatie zijn er verschillende tools ontwikkeld die gericht zijn op het communiceren met mensen met een LVB. Deze tools worden echter nog beperkt gebruikt. Dit kan meer gestimuleerd worden.