Direct naar content

Uit onderzoek van het WODC en de VU (2023) blijkt dat meisjes van jongens te verschillen in delictgedrag. Niet alleen plegen meisjes andere soorten delicten, zoals meer geweldloze delicten, maar ook zouden zij andere rollen vervullen als ze (samen met anderen) delicten plegen. In tegenstelling tot jongens die zich meer bezig lijken te houden met het gewelddadige aspect van een delict, zouden meisjes meer een sociale of faciliterende rol vervullen.

Deze verschillen in delictgedrag kunnen eraan bijdragen dat delinquente meisjes minder snel als verdachte in beeld komen. Desondanks geven politiemedewerkers aan dat het stereotype beeld van ‘het delinquente meisje’ aan het veranderen is. Bij ernstige geweldsdelicten zou niet meer automatisch van een mannelijke verdachte worden uitgegaan.

Conclusie

In hetzelfde onderzoek wordt geadviseerd om te investeren in kennis en scholing rondom delinquente meisjes. Uit de interviews wordt duidelijk dat er mogelijk een gebrek aan kennis is bij professionals over meisjes, doordat zij in hun dagelijkse werkzaamheden weinig tot niet met deze groep te maken hebben en er niet specifiek aandacht lijkt te worden besteed aan deze groep. Door te investeren in kennis en scholing over meisjes en hun delinquentie kan er gewerkt worden aan meer gewaarwording bij professionals van hoe zij meisjes bejegenen, en welke mechanismen relevant zijn voor hen. Dit kan bijdragen aan een gelijkwaardiger strafrechtproces voor meisjes en jongens.

Download infosheet

Naar publicatie

Download samenvatting of volledige rapport

Naar publicatie

Neem contact met ons op

"*" geeft vereiste velden aan