Schoolsportvereniging (SSV) – Rotterdam

Het doel van de Schoolsportvereniging is de toegankelijkheid van sport voor de jeugd te vergroten. Door sportverenigingen náár de wijk te laten komen op plekken waar de jeugd vaak niet naar de vereniging kan. Zo kunnen ook minder kansrijke kinderen sporten. Op deze manier draagt de sportaanbieder een bijdrage aan de verbondenheid in en leefbaarheid van de wijk. Bovendien werken scholen en sportaanbieders samen en kunnen ze de jeugd sturen op gedrag en sociale ontwikkeling.

De schoolsportvereniging is een initiatief van Rotterdam Sportsupport. De SSV werkt volgens een vaste methodiek waarbij een projectteam scholensportverengingen benadert om mee te doen. Het is dus goed overdraagbaar. Elk kind in de wijk kan meedoen aan ruim 30 verschillende sporten bij meer dan 60 verenigingen. Alle trainingen vinden plaats in de nabijheid van de school, in een gymlokaal, sporthal of speelplein in de buurt. De SSV’s bevinden zich in wijken waar weinig tot geen sportverenigingen zijn. Na een gratis proefperiode, worden ze lid van een reguliere sportvereniging en betalen contributie. De SSV start vaak in samenwerking met 1 school, maar alle andere basisscholen in de wijk kunnen zich hier bij aansluiten. In 2020 werd er in Rotterdam met 68 scholen samengewerkt.

In de stukken over deze interventie staat geen specifieke theorie genoemd. Toch is de interventie onderbouwd. Doordat de jonge kinderen in vaak kwetsbare wijken gaan sporten, ontstaat er meer binding met andere kinderen. Ook ontstaat er meer binding met de wijk, waardoor de wijk leefbaarder wordt. Door een goede dagbesteding aan te bieden, wordt voorkomen dat kinderen gaan rondhangen. En door minder rondhangen is de kans op overlastgevend gedrag kleiner. Zoals ook in de evaluatie staat: “Voor ouders is het niet laten buitenspelen van kinderen een manier om hun kinderen af te schermen van de geldende normen en waarden van de straat en te voorkomen dat hun kinderen in contact komen met ‘verkeerde’ jongeren.”

De doelgroep voor de SSV is erg breed. Elk kind dat in een wijk woont waar een SSV is, kan meedoen. Ook als je niet op de aangesloten school zit. De leeftijdscategorie is de basisschoolgroep 2 tot en met 6. De oudere kinderen worden lid van de hoofdlocatie en doen dan mee met de reguliere competitie. De SSV is dus een manier om laagdrempelig te sporten en maakt het toegankelijk voor kinderen uit iedere sociaaleconomische klasse.

De belangrijkste randvoorwaarde voor deze interventie is de aanwezigheid van een projectteam. Het projectteam benadert scholen en verenigingen om deel te nemen. Daarnaast onderhoudt dit team het contact met de coördinator van de schoolsportvereniging. Het projectteam zorgt ook voor ondersteuning, toezicht en evaluatie en voor duidelijke communicatie en verspreiding van het concept. Bovendien zorgt het projectteam voor nauwe samenwerking met de gemeente en het uitvoeren van het project binnen de richtlijnen van het Rotterdamse Uitvoeringsprogramma Sport (UP sport).

Gemeente Rotterdam houdt het aantal kinderen dat sport via een sportschoolvereniging goed bij. In 2019 sportten 2717 kinderen via de SSV. Daarvan zijn ongeveer 500 kinderen doorgestroomd naar een vereniging. In de evaluatie van Verwey Jonker staan daarnaast de volgende effecten:

• Een SSV leidt tot een toename van leden bij sportverenigingen. Minder kansrijke kinderen gaan meer sporten. Dit beïnvloedt de vrijetijdsbesteding van minder kansrijke kinderen op een positieve manier.
• Kinderen zijn gezonder, socialer en presteren beter op school. Zo denkt een kwart van de ouders dat de SSV hun kind minder driftig maakt.
• Ook ouders raken meer betrokken bij het verenigingsleven.
• De kansen voor de wijk nemen toe. De SSV heeft een positief effect op de sociale samenhang in de buurt.
• Uit de evaluatie van Verwey Jonker 2011-2014, blijkt dat investeren in meer schoolsportverenigingen op basisscholen niet zo veel zin meer heeft. De kansen liggen meer in schoolsportverenigingen in het voortgezet onderwijs. Daar zijn eerst meer experimenten voor nodig.