Politie
De politiële jeugdtaak bestaat uit preventie, vroegsignalering, doorverwijzing en repressie. De wijkagent is in zijn werkgebied in eerste aanleg verantwoordelijk voor alle zaken die de politie aangaan. Zo houdt de agent zich onder meer bezig met jeugdproblematiek en is een aanspreekpunt voor het onderwijs.
Verbindende rol
De politie heeft een verbindende rol, bijvoorbeeld als zij de jeugdwerkers vraagt om het contact met de jongeren of met hun ouders aan te gaan. De politie neemt deel aan het Veiligheidshuis en het JCO (justitieel casusoverleg). Ook is er een rol in het opsporen en aanhouden van verdachten.
In de meeste gevallen van vroegsignalering is dit echter niet aan de orde, omdat er (nog) geen delict is gepleegd of de jongere nog niet in aanraking is geweest met de politie. De jeugdige wordt dan besproken in het jeugdoverleg, dat ook op wijkniveau (sociaal wijkteam) kan plaatsvinden.
Op landelijk niveau is met politie en met de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) afgesproken dat alle zorgen rondom kinderen naar de Veilig Thuisorganisatie worden verstuurd, die de zorgsignalen screenen en de juiste, passende hulp inzetten.
Wijkagent
De wijkagent heeft een belangrijke signalerende rol omdat hij vaak in de wijk is waar de risicojongere aanwezig is. Hij kan bijvoorbeeld signaleren wie er actief deelnemen in een jeugdgroep, maar ook wie de meelopers zijn en of er jonge broertjes of zusjes bij betrokken raken.
De wijkagent werkt nauw samen met de jeugdwerkers en opbouwwerkers in de buurt. Zij kunnen gezamenlijk de groepsscan invullen en zo de groepen in kaart brengen. De wijkagent legt en onderhoudt contacten met jongeren, ouders, bewoners, ondernemers en samenwerkingspartners.
Op wijkniveau kunnen lichte vormen van hulp worden geregeld. Een goed gesprek van de wijkagent met de ouders kan hierin ook ondersteunend z