8 succesfactoren voor samenwerken aan een veilige schoolomgeving
Ketenpartners die erin slagen goed samen te werken aan een veilige schoolomgeving hebben een aantal zaken goed voor elkaar. Het lukt hen om op een effectieve manier meerwaarde te creëren. Wat zijn hun succesfactoren? Een overzicht in 8 punten.
1. Een passende vorm van samenwerken
Goed samenwerken en daar een goede vorm bij vinden, hangt af van een aantal factoren:
- De mate van vertrouwen in het netwerk
- De grootte van het netwerk
- Overeenstemming over de doelen van het netwerk
- Netwerkleden hebben de juiste kennis en vaardigheden om hun taak in het netwerk goed uit te voeren.
Er zijn 3 verschillende samenwerkingsvormen:
- Een zelfregulerend netwerk – de aansturing vindt decentraal plaats door de organisaties in het netwerk
- Een netwerk waarbij een organisatie de leider is (leiderorganisatienetwerk) – de aansturing vindt plaats door 1 betrokken organisatie uit het netwerk die een leidersrol op zich neemt
- Een netwerk administratieve organisatie – de aansturing vindt plaats door een organisatie die niet actief betrokken is bij de primaire processen van het netwerk.
Combinaties van deze vormen zijn ook mogelijk. Is er sprake van een groot netwerk, dan kan beter worden gekozen voor een leiderorganisatienetwerk of een netwerk administratieve organisatie en niet voor een zelfregulerend netwerk. Het is namelijk een tijdrovende klus om alle leden van het netwerk mee te nemen in de afstemming. De mate van efficiëntie neemt hierdoor af.
2. Passend beleidskader
Een netwerk met kritische doelstellingen en een lange termijnvisie moet een duidelijk omschreven beleidskader hebben. Kortlopende projecten moeten, om flexibel te kunnen opereren, juist met een zo minimalistisch mogelijk beleidskader werken. De kaders zijn duidelijk, maar de invulling flexibel.
3. Netwerkcultuur
Gedeelde opvattingen, normen en waarden zorgen ervoor dat mensen elkaar begrijpen en conflicten worden vermeden. Een netwerkcultuur werkt dus fijn. Een need-to-share cultuur heeft de voorkeur omdat dit de informatie-uitwisseling stimuleert.
4. Netwerkrelaties
Om netwerkrelaties op te bouwen, moet er vertrouwen zijn. Dit vertrouwen kun je opbouwen door te zorgen voor transparante en tijdige informatie-uitwisseling. Leden uit het netwerk moeten dan wel bereid zijn om autonomie en resultaatverwachting op te geven zodat dit onderlinge vertrouwen ontstaat en de mogelijkheden voor opportunistisch gedrag kleiner worden.
5. Urgentiebesef
Alle leden in het netwerk zijn doordrongen van de urgentie van een situatie. Dit maakt dat ze gemotiveerd zijn om samen te werken en actie te ondernemen. De druk om gezamenlijk het probleem aan te pakken wordt hiermee groter.
6. Netwerkmanagement
Voor een goed werkend samenwerkingsverband, voldoet een netwerkmanager aan 3 belangrijke punten. Hij of zij:
- Is onpartijdig
- Activeert mensen
- Kan mensen mobiliseren.
Ook beïnvloedt een goede netwerkmanager de aanwezigheid van andere (succes)factoren.
7. Publieke waarde en belangenvertegenwoordiging
Publieke waarde ontstaat wanneer er een transparante besluitvorming plaatsvindt. Dit betekent dat beslissingen rationeel worden gemaakt op basis van juiste informatie. Voldoet een samenwerkingsverband hieraan, dan dient zij meer belangen uit de samenleving. Hiermee ontvangt zij externe steun en dat beïnvloedt ook weer het succes van de samenwerking.
8. Samenwerking binnen een organisatie
Werkt een organisatie intern goed samen, dan draagt dit bij aan het totale samenwerkingsverband. Collega’s kunnen pas goed doel- en taakgericht samenwerken als de gezamenlijke doelen met de bijbehorende taken en verantwoordelijkheden duidelijk zijn. Daarbij is een sfeer van openheid en vertrouwen belangrijk om ervoor te zorgen dat informatie (voldoende) wordt uitgewisseld. Ook moeten werknemers de juiste competenties hebben die passen bij een veranderende wereld. Dit alles maakt een organisatie tot een waardevolle partner en dit komt dus ten goede aan het samenwerkingsverband.
Dit zijn de succesfactoren die Janneke Wijkmans ophaalde tijdens haar onderzoek voor het CCV naar de samenwerking bij de aanpak van criminele activiteiten op scholen.
Tips voor gemeenten en scholen
- Breng de succes- of faalfactor in de samenwerking in kaart. Daar kun je bovenstaande succesfactoren bij gebruiken. Zo krijg je een beeld van factoren die kunnen bijdragen aan de versterking van de samenwerking (of welke factoren juist zorgen dat de samenwerking zwak is).
- Evalueer op tijd. Zo krijgen partners de mogelijkheid om eventuele verbeterpunten en knelpunten aan te dragen om de samenwerking te blijven verbeteren. Daarnaast veranderen criminele activiteiten op en rondom scholen voortdurend waardoor nieuwe kennis nodig is. Houd hier rekening mee, zodat ook het samenwerkingsverband zich blijft aanpassen en ontwikkelen.
- Denk aan de waarde van informele relaties. Vaak wordt hier weinig aandacht aan besteed, terwijl het een belangrijk aspect is in de samenwerking. Blijf hier als gemeente en school oog voor hebben.
Heb je vragen of wil je ruggenspraak? Bel met Danisa Latuhihin op 06 25 12 96 40, of mail naar jeugd@hetccv.nl.