Cameratoezicht bij jongerenoverlast is niet het ei van Columbus
De laatste tijd lees ik steeds vaker berichten dat gemeenten beveiligingscamera’s ophangen om de overlast door jongeren te voorkomen. Vandaag ook weer. Ik lees het nieuws en zie dat er in Kanaleneiland in Utrecht weer een camera wordt opgehangen. Naar mijn idee is toch allang bekend dat cameratoezicht als een op zichzelf staande maatregel niet werkt? Waarom zetten gemeenten dan nog steeds massaal in op dit middel?
Column door Danisa Latuhihin
Om deze vraag te beantwoorden, belde ik mijn collega Rodney Haan. Hij is binnen het CCV de expert op het gebied van camera’s in publieke ruimten. Volgens hem kan de inzet van toezichtscamera’s wel helpen en ondersteunen om de rust in een gebied terug te brengen. Maar, zo legt hij uit, de maatregel is niet bepaald het ei van Columbus.
Cameratoezicht alleen helpt niet
Cameratoezicht inzetten als een op zichzelf staande maatregel heeft inderdaad geen nut, zo bevestigt Rodney. “De jeugd weet dondersgoed dat ze in de smiezen worden gehouden; die gaan gewoon 3 blokken verderop staan.” Het lijkt mij dan ook belangrijk om te kijken naar de oorzaak van de overlast door jongeren. Wellicht is er onvoldoende te doen en valt er binnen een gemeente nog winst te halen door meer activiteiten voor jongeren aan te bieden.
Doekje voor het bloeden
Rodney ziet in de praktijk ook vaak dat gemeenten cameratoezicht inzetten als een doekje voor het bloeden voor bewoners. Hij schetst het beeld dat de afgelopen jaren de maatschappij steeds individueler is geworden en daarmee ook mondiger. Een gevolg hiervan kan zijn dat burgers eerder in actie komen om overlast te melden. Daarnaast zijn bewoners zich meer bewust van de overlast sinds zij door de pandemie thuis werken. “Ze zien en horen letterlijk meer in hun omgeving”, zegt Rodney. Een makkelijke oplossing voor een gemeente is dan om camera’s te plaatsen. Bewoners zien dan dat hun gemeente er wat aan doet. In hoeverre dit echt iets doet tegen de overlast, kun je je natuurlijk afvragen.
Objectieve overlast of overlastbeleving?
In ons gesprek geeft Rodney ook terecht aan dat je je moet afvragen wat de definitie is van overlast. Ik moet eerlijk bekennen dat ik het ook niet altijd prettig vind om ’s avonds langs plekken te fietsen waar grote groepen jongeren een jointje staan te roken en ik door 5 paar ogen word aangekeken. Het komt wat intimiderend over, maar je kunt je afvragen of dit echt overlast is. Zolang ze mij niets doen, heb ik er natuurlijk eigenlijk niet echt last van.
Investeren in andere zaken
Hangt een gemeente tijdelijk camera’s op, dan krijg je een verplaatsingseffect. Jongeren gaan naar andere plekken toe. Wordt de tijdelijke camera weggehaald dan komen de jongeren weer terug. Rodney vertelt: “Als de aantrekkelijkheid van het gebied nog hetzelfde is, dan komen ze weer terug. Je moet daarom investeren in andere zaken, zoals goede contacten met de wijkagent en jongerenwerkers. Daarnaast moet je bewoners goed informeren dat het om een tijdelijke camera gaat én is het belangrijk om bewoners duidelijk te maken wat overlastgevend gedrag is en welk gedrag past bij pubers.”
De stad afhekken met camera’s?
Rodney noemt nog een ander belangrijk punt, namelijk de wenselijkheid van camera’s. “Begin je met een camera, dan ben je eigenlijk bijna gedwongen om deze te laten hangen. Want op het moment dat de tijdelijke camera verdwijnt, komen de jongeren weer terug en dan is het huis te klein voor de bewoners. Zij voelen zich in de kou gezet door de gemeente, omdat hen het gevoel van veiligheid wordt ontnomen. Wil je bewoners tevreden houden, zou je dus de camera moeten laten hangen. Dan is het geen tijdelijk toezicht meer. De wezenlijke vraag is natuurlijk of je moet willen dat je de hele stad gaat afhekken met camera’s.”
Doel van een camera
Wat erg verhelderend voor mij is, is dat Rodney vertelt dat camera’s in essentie bedoeld zijn voor het handhaven van de openbare orde. En niet voor het opsporen van strafbare feiten. “Dat wordt vaak door elkaar gehaald”, zegt Rodney. Hij geeft dat altijd aan gemeenteraden mee, die hij informeert over de inzet van cameratoezicht. “Raadsleden denken vaak dat je met een camera boeven kunt vangen, maar dat is wettelijk gezien niet de insteek. Als andere maatregelen niet toereikend zijn om de openbare orde te handhaven, heb je de mogelijkheid om een camera te plaatsen. Natuurlijk is de kans groot dat als de openbare orde verstoord wordt strafbare feiten plaatsvinden, maar daar worden camera’s in essentie niet voor ingezet. Het plaatsen van een camera is echt een ultimum remedium”, benadrukt Rodney.
Ingrijpend middel
Dit gesprek met Rodney maakte voor mij helder dat camera’s misschien soms iets te makkelijk worden ingezet. Het is en blijft een ingrijpend middel. Zeker als je bedenkt dat het de jongerenoverlast alleen maar verplaatst en zeker niet oplost. Dus gemeenten: wordt cameratoezicht overwogen om jongerenoverlast aan te pakken, denk dan van te voren goed na welk doel je hiermee wilt bereiken.
Meer informatie over de inzet van cameratoezicht? Mail je vraag naar rodney.haan(at)hetccv.nl.
Wil je jongerenoverlast en de overlastbeleving écht effectief aanpakken? Het Jeugdteam van het CCV begeleidt al jaren gemeenten hierbij. Neem contact op voor de mogelijkheden voor bijvoorbeeld een werksessie: jeugd(at)hetccv.nl.
Danisa Latuhihin
Heb je een vraag over dit artikel? Neem contact op met CCV-adviseur Jeugd Danisa Latuhihin: danisa.latuhihin(at)hetccv.nl.