Een kijkje achter de schermen van de pilot Group Violence Intervention
Tijdens de livestream ‘Jonge aanwas uit de criminaliteit houden’ van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) op 23 november hebben Geerten Graef en Bart Hartog een vlammend betoog gehouden voor hun nieuwe pilot ‘Group Violence Intervention’ (GVI).
Graef is interventiespecialist Ondermijning bij het Openbaar Ministerie (OM). In die rol is hij nauw betrokken bij de pilot. Hij heeft samen met Hartog, beleidsadviseur risicogroepen van de gemeente Rotterdam, de pilot opgezet. Deze pilot is gebaseerd op het succesvolle programma ‘Group Violence Intervention uit Amerika en Zweden. Tijdens de livestream kregen Geerten en Bart achteraf nog diverse vragen, die zij graag beantwoorden.
Waarom deze pilot?
“De gemeente Rotterdam heeft dit programma omarmt om zo een vlijmscherpe focus op de meest gewelddadige jongeren in onze stad te hebben” vertelt Bart. “De cijfers van criminaliteit en geweld in Rotterdam zijn niet mals. We hebben de feitelijke politiedata van de laatste drie jaar geanalyseerd en die verdachten vormen ons startpunt.” Het duo heeft zich kritisch verdiept in de oorzaken van geweldadig gedrag van jongeren. Relationele achtergrond, sociale media, sociale dynamiek, normen en sociaaleconomisch achtergestelde omgeving zijn volgens de twee belangrijke factoren die aanzetten tot crimineel gedrag.
GVI biedt volgens Graef en Hartog een passend antwoord op deze gewelddadigheden. Het model is ontwikkeld in de jaren 90 en het ontmoedigt ongewenst gedrag van de meest intense dadergroep op detailniveau. Ook biedt het model altijd hulp als dat nodig is en zorgt het voor directe communicatielijnen. “Rotterdam start binnenkort klein en gericht met deze aanpak, maar zet in op een effect over de hele stad.”
Nieuw: digitaal domein
Bij de aanpak van criminaliteit wordt gesproken over de 3 w’s: wie, wat en waarom, maar je hoort ook steeds vaker een vierde w die staat voor wifi.” Jongeren zijn steeds vaker online te vinden en sociale media dienen als katalysator voor geweld. De vraag is dan hoe professionals vroeg signalerien van geweldadig gedrag door jongeren kunnen waarborgen. Graef hierover: “Door een directe communicatielijn blijven professionals dicht bij de belevingswereld van jongeren. Het digitale domein is in feite een verlengstuk van de wijk.” De politie in Rotterdam zet hier al heel actief op in. De burgemeester heeft binnen het digitale domein slechts beperkte bevoegdheden. “Gelukkig is binnen gemeenten en op landelijk niveau veel aandacht voor dit onderwerp. Bekeken wordt op welke wijze burgemeestersbevoegdheden ook in het digitale domein meer tot hun recht kunnen komen.”
Communicatie binnen de pilot
Zoals met alle pilots staat of valt het resultaat met goede communicatie. “Belangrijk is dus hoe je deze communicatie goed met alle partners afstemt. In Rotterdam is een fulltime coördinator aangesteld die de partners centraal aanstuurt”, merkt Hartog op. “Als informatie uitwisseling tussen de partners plaatsvindt, dan wordt een data protection impact assessment (DPIA) uitgevoerd door een privacyfunctionaris van het Openbaar Ministerie. Dat is een instrument om vooraf de privacy risico’s van een gegevensverwerking in kaart te brengen. Op die manier kun je maatregelen nemen om de risico’s te verkleinen.”
Hoe zorg je voor veerkracht?
Om jongeren uit de criminaliteit te halen of houden is het belangrijk hen veerkrachtig te maken. Hoe zorg je voor die veerkracht in de aanpak van de Rotterdamse pilot, zodat de kans op terugval kleiner is? “Door de focus op een heel gering aantal criminelen te leggen, is het mogelijk kwalitatief in te zetten op communicatie en verbinding” legt Graef uit. “Wij maken eigenlijk een directe oversteek tussen strategisch beleidsniveau en de realiteit op straat. Hierdoor kunnen wij onze aanpak specifiek afstemmen op de situatie. Zo gaan we heel zorgvuldig en gericht te werk om een netwerk/vangnet op te bouwen. Dat heeft in Amerika en Zweden goed gewerkt.”
Grensoverschrijdend?
De pilot vindt plaats in Rotterdam, maar jongeren zijn tegenwoordig veel mobieler en niet perse actief in één stad. Hoe bereiken jullie met deze pilot die jongeren? “Onze ingang in de netwerken verloopt via jongeren die al in beeld zijn bij justitie”, licht Hartog toe. “Hierbij is het vertrekpunt Rotterdam en daar blijft voor deze pilot ook de focus op. Uiteraard zien we in de netwerken uitwijkingen naar andere gemeenten. Dit is ook onderdeel van het flexibele karakter van onze aanpak. In deze aanpak betrekken wij nog geen scholen, maar in een later stadium kan dit wel gebeuren. Als we dat gaan doen, dan is dat wel maatwerk.”
Vergelijking met SARA
Het SARA-model wordt vaak gebruikt door politie bij de aanpak van criminaliteit. Het biedt de mogelijkheid om met lange termijnoplossingen voor criminaliteit te komen die minder te maken hebben met het strafrechtelijk systeem en meer te maken hebben met veranderende inzichten.
SARA is een afkorting voor Scanning, Analysis, Response en Assessment en verwijst naar de belangrijkste stappen in het oplossen van problemen en besluitvormingsprocessen. Graef: “GVI kun je vergelijken met SARA, alleen maken wij specifiek gebruik van ontmoediging op basis van psychologische, sociologische en economische principes.” Simpel gezegd is GVI volgens Graef meer specialistisch gericht op problemen met sociale groepscomponenten. “Het is dus wel probleemgericht, waarbij wij ons baseren op feitelijke informatie en dus niet selecteren op andere kenmerken dan gewelddadige incidenten. Er is dus geen sprake van profilering.”
Maatwerk in ontmoediging
“Binnen onze pilot bieden we iedereen een perspectief” merkt Hartog op. “Het maakt niet uit of je veerkrachtig bent of juist heel kwetsbaar, zoals LVB’ers. Dit kan, doordat wij maatwerk leveren. Ontmoediging betekent voor elke situatie en elk individu wat anders.”
Door onze gerichte focus kent het duo de mensen om wie het gaat. Ze schieten dus niet breed met hagel op een probleem, maar onderzoeken tot op het kleinste detailniveau wat nodig is om het ongewenste gedrag te stoppen. “Hiermee houden we ook rekening in onze communicatiestrategie. Ons uitgangspunt is dat de weg uit de criminaliteit voor iedereen binnen handbereik is, ongeacht profiel”, aldus Hartog. “Daarom hebben wij zo’n groot vertrouwen in deze pilot”, besluit Graef vol overtuiging.