Hoogleraar Maaike Kempes vraag meer aandacht voor hersenletsel bij jeugdcriminelen
Ongeveer een derde van de jeugdcriminelen heeft niet aangeboren hersenletsel. Dit is ongeveer drie keer zoveel als bij de rest van de bevolking en kan effect hebben op het plegen van delicten bij jongeren. Volgens Maaike Kempes, bijzonder hoogleraar forensische neuropedagogiek aan de Universiteit Leiden, wordt daar niet genoeg naar gekeken in de rechtbank.
Gevolgen hersenschade
Deze groep jongeren vertoont volgens Kempes meer risicovol gedrag, zoals roekeloos rijden, vechtpartijen, drank en drugs. Hierdoor kan hersenletsel ontstaan, wat vervolgens weer van invloed is op het gedrag. Je bent dan sneller overprikkeld, kan moeilijker omgaan met stress en wordt eerder agressief in ingewikkelde situaties. “Dat maakt je kwetsbaarder om tot crimineel gedrag over te gaan”, zegt Kempes.
Onderzoek hersenletsel
Ondanks de impact die hersenletsel kan hebben, wordt dit nauwelijks onderzocht. Volgens Kempes valt hierin dan ook een wereld te winnen. Niet om iemand vrij te pleiten, maar om iemand te helpen om niet nog een keer de fout in te gaan. Kempkes: “Vaak krijgt zo’n jeugdige allemaal therapie om hem te helpen, maar dan blijkt dat diegene hersenletsel heeft waardoor dat niet goed binnenkomt. Dat heeft natuurlijk geen zin. Dat vraagt om een andere behandeling die beter werkt. En die ervoor zorgt dat iemand in de toekomst minder snel opnieuw een misdrijf pleegt.”