Uit huis geplaatste kinderen krijgen niet juiste hulp
Volgens Defence for Children krijgen kinderen die uit huis worden geplaatst en hun ouders lang niet altijd de ondersteuning die ze nodig hebben. Kinderen hebben in de eerste fase van hun uithuisplaatsing soms nauwelijks tot geen contact met hun ouders.
Dit blijkt uit onderzoek Terug naar huis van de kinderrechtenorganisatie, die vandaag alarm slaat over het jeugdbeschermingsstelsel. Belangrijke oorzaken zijn de lange wachtlijsten in de zorg en het gebrek aan passende hulp.
Eva Huls, advocaat en auteur van het rapport: “Een uithuisplaatsing is een zeer emotionele en ingrijpende gebeurtenis voor kinderen en ouders. Om uithuisplaatsingen te voorkomen en het jaarlijkse aantal te verminderen, is passende zorg en begeleiding voor kinderen en ouders nodig. Nederland moet daarom flink aan de bak, want kinderen hebben recht op de best passende zorg, niet op het minst slechte alternatief.”
Signalen
Afgelopen jaren kreeg Defence for Children verschillende signalen over uithuisplaatsingen via de Kinderrechtenhelpdesk. Zo zouden kinderen tijdens de eerste fase van hun uithuisplaatsing vaak geen contact met hun ouders mogen hebben. Ook zouden gezinnen niet altijd passende hulp en behandeling krijgen in de periode voor de uithuisplaatsing en daarna. Dat is zorgelijk, omdat het aantal kinderen dat jaarlijks in Nederland niet thuis opgroeit, nauwelijks daalt.
Onderzoek
Vorig jaar groeiden 43.000 kinderen niet in hun oorspronkelijke thuissituatie op. Ruim 18.900 kinderen werden via de kinderrechter uit huis geplaatst. Defence for Children heeft daarom 95 professionals bevraagd en sprak 5 jongeren en 2 ouders over hun ervaringen met uithuisplaatsingen. Ook nam de kinderrechtenorganisatie de ontwikkelingen in het jeugdbeschermingsstelsel van de afgelopen 2 jaar onder de loep.
Bron: defenceforchildren.nl