Verstrikt in een online wereld
Heb je Adolescence al gezien? CCV-adviseur Nicole Langeveld keek naar deze veelbesproken serie op Netflix en hield er een ongemakkelijk gevoel aan over. Niet omdat de serie slecht is – juist niet. De serie laat op een pijnlijke, maar realistische manier zien hoe jongeren verstrikt kunnen raken in de online wereld. Langeveld vroeg zich af: “Kan ik hier als moeder en in mijn werk als adviseur jeugdcriminaliteit iets van leren?”
Column door Nicole Langeveld, CCV-adviseur jeugdcriminaliteit

Ik ben moeder van twee tieners (13 en 15 jaar) en ik probeer hun wereld een beetje te volgen. Die wereld speelt zich voor een groot deel online af. En eerlijk is eerlijk: hen daarin volgen, is soms best lastig. Want kinderen hebben hun telefoon altijd in de hand. Ze scrollen eindeloos door video’s of spelen games. Toen ik de Netflix-serie Adolescence keek, werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt. De manier waarop jongeren worden beïnvloed door hun online omgeving vond ik een wake up call.
Een van de sterke punten van Adolescence is dat het laat zien hoe de 13-jarige Jamie op het verkeerde pad raakt, ook al komt hij niet uit een slecht gezin. Jamie groeit op in een liefdevol thuis. Toch verandert hij langzaam door online groepen waar veel boosheid en frustratie is. Dit gebeurt ook in het echt: jongeren die zich alleen of buitengesloten voelen, zoeken online contact. Soms vinden ze daar mensen die hen begrijpen – maar dat kan ook gevaarlijk zijn.
Wat neem ik mee? Iets wat we eigenlijk al weten: online groepen hebben veel invloed op jongeren. Soms is die invloed positief, maar in Adolescence zie je hoe het helemaal mis kan gaan. Als ouders en professionals, moeten we dat doorgronden. Online chatten en scrollen lijkt vaak onschuldig, maar wat er online gebeurt, is voor ons niet altijd te zien of te begrijpen. Meestal begint het met filmpjes en online gesprekken. Maar zoals bij Jamie in Adolescence, kan het steeds erger worden.
Hoe praat je met je tieners over online gedrag?
Ik ben van mening dat verbieden niet helpt. In Australië komt er een verbod op het gebruik van social media voor kinderen onder de 16 jaar, en in Denemarken willen ze binnenkort smartphones op school verbieden. In Frankrijk is dat al zo op basis- en middelbare scholen. Maar jongeren gaan toch wel online. Wat wél helpt? Samen praten. Hier zijn een paar dingen die ik zelf doe:
- Luisteren zonder direct te oordelen
Als ik aan mijn kinderen vraag wat ze online kijken, probeer ik echt geïnteresseerd te zijn. Ik zeg niet meteen: “Waarom kijk je dat?” of “Dat is slecht voor je.” In plaats daarvan stel ik vragen zoals: “Waarom is dit zo populair?” of “Wat vind jij ervan?” Zo blijft het gesprek open. - Samen kritisch kijken
Ik leg uit hoe algoritmes werken en waarom ze sommige video’s vaker te zien krijgen. Ik vraag dan: “Waarom denk je dat je dit te zien krijgt? Wat wil de maker hiermee bereiken?” Zo help ik mijn kinderen om kritisch na te denken over wat ze online zien. - Normen en waarden versterken
Online gedrag lijkt soms niet verbonden met de echte wereld. Maar ik probeer mijn kinderen duidelijk te maken dat wat ze online doen of delen gevolgen kan hebben. Niet alleen voor henzelf, maar ook voor anderen. - Alternatieven bieden
Jongeren willen graag erbij horen. In plaats van alleen te zeggen wat niet mag – want dat werkt vaak niet – moedig ik mijn kinderen aan om in het echt met vrienden af te spreken. - Betrekken bij oplossingen
Tieners willen zelf ook meedenken. Ik vraag mijn kinderen wat zij zouden doen tegen online negativiteit of groepsdruk. Die gesprekken leveren vaak verrassende ideeën op!
Waar kunnen we samen op inzetten?
De waarheid is: als ouders kunnen we niet alles controleren. Maar we kunnen wel zorgen dat onze kinderen snappen hoeveel invloed internet op hen heeft. Ik vind het belangrijk dat niet alleen jongeren, maar ook ouders en professionals, meer leren over de online wereld. Het is belangrijk om samen kritisch te kijken naar wat je online ziet en te begrijpen wat gevaarlijk kan zijn. En dat begint met iets simpels: een goed gesprek.